Skip to main content

Op basis waarvan kies je voor een online, offline of blended trainingsontwerp?.

In onze nieuwsbrief van juni keek ik vooruit naar de periode na de zomer. Er waren toen allerlei versoepelingen van de Corona-maatregelen ingegaan. Ook maatregelen die ertoe leidden dat opdrachtgevers aangaven weer volledige face-to-face sessies te willen organiseren, waar het kon nog voor de zomervakantie en anders meteen in september. “Druk, druk, druk” hoorden we van verschillende trainers. Wij begrijpen deze beweging heel goed, mede vanuit het sociaal oogpunt omdat collega’s elkaar soms inmiddels meer dan 1 jaar niet meer live hebben gezien. Dus “effe live bij elkaar komen, is wat wij willen!”.

Per 19 juli 2021 geldt echter weer het advies om thuis te werken tenzij het echt niet anders kan. Gisteren (2 september) heeft het ECDC, de Europese tegenhanger van het RIVM, heel Nederland kleurcode rood gegeven.

Wat betekenen deze wijzigingen voor jou als trainer? Er is een Protocol Veilig Trainen opgesteld op initiatief van het NOBTRA, wat als leidraad kan dienen.

Wat betekenen de steeds wijzigende maatregelen voor jou als L&D professional als je voor jouw collega’s trainingen/trajecten organiseert in de markt en deze moet beoordelen? Waar let je dan op? En is de keuze automatisch, we gaan volledig online trainen of toch face to face “want we zijn een beetje klaar met online” of kies je voor een mix, dus een blended ontwerp? En wat als het advies weer verandert en collega’s weer op locatie mogen werken? Of dat de werkgever bepaalt dat er maximaal 25 of 50% van de collega’s op de werkplek mogen zijn? #blijvenschakelen dus!

Deze externe kaders bepalen nu grotendeels wat er wel en niet mag en kan. Echter daarbinnen is er ruimte om zowel (gedeeltelijk of volledig) online, offline of in een mix, dus blended, een eenmalige training of traject te verzorgen.

Geef je als opdrachtgever bij voorbaat al aan dat een training online moet plaatsvinden of offline? En op basis waarvan wordt die keuze intern gemaakt? Of als je niet van tevoren aangeeft in welke vorm het moet plaatsvinden, waar let je dan op in een voorstel van een aanbieder?

Ik constateer dat veel trainers en bureaus, maar ook opdrachtgevers, al jarenlang vaak direct denken in het middel (bijvoorbeeld een offline trainingsdag of nu ook een online trainingssessie of bepaalde werkvormen) omdat daar “de passie ligt van de trainer”, “ik sta liever live voor de groep” of omdat dat “nou eenmaal ons businessmodel” is. Daarmee stellen we eigenlijk het middel centraal en niet de organisatiedoelstelling, leerdoelstelling, doelgroep en inhoud die overgebracht moet worden. Er zijn meerdere middelen waarmee een doel gehaald kan worden en het ene middel werkt het best online, het andere offline. En dan gaan we kijken we vanuit het didactische perspectief.

Wanneer kies je vanuit didactisch oogpunt voor een online, offline of blended trainingsontwerp?

Op deze vraag geven we antwoord op 10 september tijdens twee sessies van de Develhub Summer University. Na deze sessie hebben, de deelnemende L&D professionals een aantal referentiepunten op basis waarvan zij als L&D professional vanaf maandag 13 september nog beter een trainingsontwerp kunnen beoordelen en met meer vertrouwen met hun externe of interne trainingspartner erover in gesprek kunnen.

Tijdens deze sessies faciliteren wij het gesprek, brengen wij onze praktijkervaringen en kennis in van de afgelopen 10 jaar als expert op het gebied van online en blended leren en delen de deelnemers met elkaar opgedane ervaringen. De eerste sessie zat zo snel vol, dat we een tweede sessie gepland hebben op 10 september. Ook die zit vol, dus als je interesse hebt om deel te nemen aan een nog nader te plannen derde sessie, meld je aan via jader@atsync.nl/

Jader Franklim Pinto

Managing director atsync

Denk jij nog in traditionele trainingsdagen?
Of ben je klaar voor het trainen van deze tijd?

Neem contact op